6 vragen en antwoorden voor het energiezuiniger maken van je eigen huis!
29 maart 2017

We kennen allemaal het gezegde: ‘de klok horen luiden, maar niet weten waar de klepel hangt!’ Het betekent heel eenvoudig dat je als persoon er wel iets over weet, maar niet de juiste toedracht kent. Voor mij was dit gevoel weer heel tastbaar, toen ik het traject inging om mijn eigen woning met kantoor nog energiezuiniger te maken. Graag deel ik met u mijn ervaringen tijdens dit traject.
1. Waar doe je echt verstandig aan?
Als bestuurder en toezichthouder bij een woningcorporatie heb ik de afgelopen decennia heel wat plannen en maatregelen voorbij zien komen. Het was en is daarbij nog steeds lastig om door de wisselingen in vooral de techniek en protocollen nog door de bomen het bos te zien. Ik snap dat energiebesparing en duurzaamheid ertoe doen, maar waar doe je dan het meest verstandig aan?
De hoofdvraag van ‘waar doe je verstandig aan?’ wordt heel cruciaal als je aan de vooravond staat van investeren, of beter gezegd je geld erin steken. Een ander gezegde is kosten gaan voor de baat. Maar hoe reëel zijn de kosten en wanneer is er spraken van baat als het gaat om energiebesparende maatregelen?
2. Soms maar gewoon doen?
Toen ik eind 2015 actief werd bij Vastgoed Belang vanuit het project Samen Energie Besparen was ik net toe aan een andere auto. Om geloofwaardig te zijn heb ik een hybride auto (Golf GTE) aangeschaft en een eigen elektrisch laadpunt in mijn woning aangebracht. Ik koos voor deze vernieuwing, zonder dat ik echt wist wat het zou gaan opleveren. In de aanloop koste het mijzelf de meeste energie om bij het RVO geregistreerd te raken met mijn bedrijf. Maar goed, ook al kost het meer tijd dan gedacht, gewoon doorzetten om het stukje subsidie via de belastingen binnen te halen.
Achteraf heeft het elektrisch rijden naast het stukje subsidie op drie punten positief uitgewerkt.
- In grotere gemeenten levert het voor mijn Golf eerder een parkeerplek op (aan de paal leggen)
- Ik ben bewuster mijn ritten gaan plannen
- Door de mix benzine/elektriciteit zijn mijn maandelijkse reiskosten duidelijk verlaagd.
Maar ik vond het avontuur met dit laadpunt nog te marginaal en wilde meer ontdekken!
3. Praktijkervaring doet ertoe!
Om vervolgens nog een zinvolle praktijkervaring op te doen als procesadviseur bij het project Samen Energie Besparen, heb ik besloten mijn eigen woning met kantoor in Culemborg onder het vergrootglas van energiebesparing te leggen. Met projectleider Cees Jonker heb ik eerst geoefend op onderkennen van de juiste stappen zetten:
- stap 1: bouwkundig isoleren;
- stap 2: in kaart brengen van de installatietechnische vraag naar warmte;
- stap 3: eventueel denken over gebiedsgerichte maatregelen.
Gemeente Culemborg heeft altijd wel een voorloper willen zijn op het vlak van milieu, energiebesparing en duurzaamheid. Als gevolg daarvan woon ik in een (nieuwbouw)wijk waar voor wijkverwarming is gekozen. Met de twee-onder-één-kapper met het energielabel A dachten mijn vrouw en ik een energiezuinige woning gekocht te hebben. Groot was de schrik toen we eind 2005 na een jaar wonen van onze energiemaatschappij de energierekening kregen. Na een paar jaar werd me duidelijk dat wij met de wijk in aanbouw met een paar woningen het ‘systeem’ stadsverwarming moesten bekostigen. Cees Jonker kon mij uitleggen dat met de invoering van de Warmtewet deze onterechte rekeningen richting de gebruikers steeds meer is rechtgetrokken. Het klopt, want ik ben van lieverlee minder per maand gaan betalen. Toch ben ik meer dan 10 jaar bezig geweest om te doorgronden waardoor mijn woning met label A toch relatief hoge energielasten bleef houden. Dankzij mijn zoektocht om te komen tot een maatwerkadvies richting label A+ ben ik erachter gekomen.
4. Op zoek naar adviseurs met het juiste antwoord
Zoals u bekend bestaat er een lijst met adviseurs die uw vastgoed van een label kunnen voorzien en is er daarnaast een lijst met raadgevende ingenieursbureaus, die u een maatwerkadvies kunnen geven voor de juiste energiebesparende maatregelen. Ik ben begonnen met het verkrijgen van het label.
1. Een papieren exercitie. Opsturen van de beschrijving van de voorzieningen in woning (bouwkundig en installatietechnisch) met de bouwtekeningen en binnen 24 uur had ik inderdaad label A te pakken.
2. Toen dacht ik gauw een raadgevend ingenieursbureau te strikken, maar dat bleek wat lastiger. Niet alle lijsten en adressen bij het RVO bleken actueel. Via via kwam ik uiteindelijk toch bij een bureau dat bereid was mijn woning te voorzien van een ‘maatwerkadvies’.
3. Het ingenieursbureau heeft mijn woning ‘gecontroleerd’. Gelukkig bleken de bouwkundige voorzieningen inclusief het glas deugdelijk en van de juiste kenmerken te zijn voorzien. Inderdaad een label A-woning. Met de mogelijkheid om te komen tot een label A+. In hun advies in juni 2016 gaven zij daarvoor in relatie met wijkverwarming de volgende maatregelenpakketten aan:
- PV-panelen 6m2; investering rond de € 2.000,-
- PV-panelen 15m2; investering rond de € 3.500,-
- Zonnecollectoren i.c.m. boilervat: investering een kleine € 3.000,-
- Warmtepomp (lucht): investering van bijna €17.000,-
- CO2-gestuurde ventilatie met een investering van ruim € 3.000,-
Als je deze bedragen van deze maatregelen op een rijtje zet, dan gaat het natuurlijk vooral om de terugverdientijd. Los gezien van een mogelijke rente op de investeringskosten en de toename van energiekosten, kwamen de PV-panelen met 15m2 er het beste uit. Een terugverdientijd van ongeveer 13 jaar. Op de tweede plaats kwam de CO2-gestuurde ventilatie met een terugverdientijd van bijna 16 jaar. Het was jammer dat de investering van de combiwarmtepompboiler op elektriciteit (in plaats van op de stadsverwarming) zo hoog uit viel. Want daar lag nu juist voor mij de sleutel om af te komen van die relatief hoge energiekosten elk jaar van het ‘verwarmen’ van de woning.
Juist omdat mijn warmteleverancier Nuon de warmtelevering elke keer tot uitdrukking bracht in gigajoule (GJ) heb ik bij het ingenieursbureau geprobeerd een overzicht samengesteld te krijgen, waarbinnen voor mij het verbruik onderscheiden naar kWh (elektriciteit) en GJ (warmte) in een matrix zou kunnen komen te staan. Om vervolgens dit in relatie te kunnen brengen met het oorspronkelijke energielabel en de opvolger de energie-index. Daarmee wilde ik het papieren label/indexcijfer in verband brengen met het echte verbruik. Het bleek helaas niet mogelijk om tot zo’n ‘overzichtelijke en begrijpelijke’ indeling te komen.
5. Het echte lek boven krijgen
Met het advies van het ingenieursbureau had ik voor mijn gevoel nog steeds niet ‘het lek’ boven als het ging om de hoge kosten van energieverbruik als het ging om de verwarming van mijn woning met label A. Daarom nam ik me voor eerst nog meer navraag te doen naar een verklaring hiervoor, voordat ik over zou gaan tot investeren in energiebesparende maatregelen. Min of meer toevallig kwam ik als toezichthouder bij een woningcorporatie tijdens een bezichtiging van een nieuwbouwcomplex hierover in gesprek met de seniormedewerker vastgoedbeheer. Hij herkende onmiddellijk mijn vraagstelling. Wat bleek nu de crux? Mijn vloerverwarming dient met laagtemperatuurwater (tot 40 graden Celsius) te worden gevoed. Het nadeel van wijkverwarming is dat het water wordt aangevoerd met 90 graden Celsius en wordt afgevoerd met 70 graden Celsius. Het verschil daartussen wordt berekend als energieverbruik in kilojoule. Kortom; veel energie gaat verloren met het terugbrengen van de temperatuur van het warme water van 90 graden C naar 40 graden Celsius. Daarmee kwam de echte oplossing snel dichterbij. Het scheiden van de levering van warmwatervoorziening voor heet water (vooral douchen!) met het leveren van warmwater met een laagtemperatuur tot 40 graden Celsius. Het echte zoeken kon nu beginnen.
6. Het geluk bij een ongeluk
Achteraf blijkt het verstandig te zijn geweest om niet te snel tot investeren over te gaan. In het advies van het ingenieursbureau stond een warmtepomp vermeld van bijna € 18.000,-. Via de senior vastgoedadviseur van de woningcorporatie en een bouwbegeleidend engineer kwam ik bij een installatiebureau uit dat een specifieke warmtepomp op lucht aanbod voor €6.000,-. Via de Investeringssubsidie duurzame energie (ISDE) krijg ik op deze aanschaf € 2.300,00 retour via de belastingen. Dat is toch niet mis!
Om het plaatje qua energiebesparende maatregelen af te maken, heb ik in overleg met het installatiebureau besloten daarnaast nog vijf PV-panelen te plaatsen. Voldoende om het elektriciteitsverbruik inclusief de warmtepomp bijna te kunnen neutraliseren. Het is mogelijk om de btw aftrekbaar te maken. Daarmee is deze investering waarschijnlijk na 8 jaar al rendabel.
Met deze investeringen verwacht ik zeker het label A+ of misschien zelfs wel A++ te bereiken. Het betekent dat met deze voorzieningen mijn woning en kantoor aantrekkelijk en courant zijn in een mogelijke verkoop over een aantal jaren. Hiermee blijft mijn onroerend goed qua vermogen op niveau. Dat is toch ook een prettige gedachte naast het besparen op energie.
In de week van 22 t/m 24 mei 2017 worden de voorzieningen aangebracht. Ik zie er naar uit!
Joost Spithoven, procesadviseur Project Samen Energie Besparen, tevens eigenaar van een energiezuinige auto en woning